In alle vroegte springt Casper Naber uit een zolderraam van het Scholtenhuis. De val betekent het einde van zijn leven.

Casper Naber (Groningen, 1906-1944) was bij het uitbreken van de oorlog eigenaar van een gereedschapswinkel in de Gelkingestraat. Eind 1943 raakte hij betrokken bij het verzet en kwam er een geheime zender in zijn huis te staan. Onder de naam Clou (Frans voor 'spijker') werd informatie doorgespeeld naar de geallieerden. Ook hielp hij Joden onderduiken.

Casper Naber (bron: familiefoto) 

Scholtenhuis

Op 10 november 1944 werd Naber, na verraad, gearresteerd en opgesloten in het beruchte Scholtenhuis aan de Grote Markt.

Dat gebouw was het woonhuis van de aardappelmeelfabrikanten-familie Scholten. Aan het begin van de oorlog werd het gevorderd voor het Duitse hoofdkantoor in de noordelijke provincies. De Duitse SicherheitsDienst (SD) vestigde zich er.

Zwaar mishandeld

In die statige stadsvilla aan de oostkant van de Grote Markt werden arrestanten zwaar mishandeld. Wie gearresteerd werd en in het Scholtenhuis terecht kwam, werd geslagen en geschopt, bewerkt met gummiknuppels of ondergedompeld in een badkuip tot verdrinkens aan toe.

Na Dolle Dinsdag, op 5 september 1944, werd de sfeer er helemaal grimmig. Op die dag gonsde het bericht dat Nederland 'elk moment kon worden bevrijd van de Duitse bezetting'. Nationaalsocialistische politieagenten uit het hele land vluchtten naar Duitsland, maar bleven in Groningen hangen.

Op slag dood

Naber had één verhoor gehad. Hij was bang om door te slaan en daarbij andere verzetsstrijders te verraden. In alle vroegte sprong hij daarom uit het raam van de zolder waarin hij was opgesloten.

Hij was door de val op slag dood. Ouder dan 38 werd hij niet. Hij liet een vrouw en drie jonge kinderen achter.

'Bij zoiets wordt men stil'

'Zijn geweldige en radicale offerzin en offermoed deed hem 't grootste offer, dat van het leven brengen', viel te lezen op een bidprentje voor de katholieke verzetsman.

'Bij zoiets wordt men stil en kan men enkel zeggen: dank, dank voor alles wat je deed. Zij, die hij achterlaat, moeten zijn offer voortzetten.'

Herdacht in de Naberstraat

De strijders die leden in het Scholtenhuis worden nog altijd herdacht in de stad Groningen. De Naberpassage werd naar de strijder vernoemd. In het straatje vanaf de Grote Markt naar de gebouwen erachter, hing jarenlang een plaquette met de tekst:

Hier stond 't huis van het Nazisme,
Van Hakenkruis en van SS,
Hier gaven zij Germaanse les
In gruwelijk sadisme.
Hier hebben zij,
Die voor de vrijheid streden
Onmenselijk geleden.

De plaquette (foto: Reinder Smith/ RTV Noord)

 De Naberpassage is er niet meer, vanwege de verbouwing van de oostzijde van de Grote Markt. Maar hij maakt plaats voor de Naberstraat. Die loopt dadelijk tussen de Grote Markt en de Nieuwe Markt, waar het Forum staat. Met een beetje geluk vindt de plaquette er nog dit jaar een nieuwe plek.