Tijdens de bevrijding werd de Grote Markt in Groningen grotendeels verwoest. Mattie de Vries woonde destijds, als kind, op de Grote Markt.

In april 1945 moest de familie De Vries, die bonthandel Vopel runde, huis en haard verlaten om een veilig heenkomen te zoeken. Het gezin ging naar vrienden, die aan het Schuitendiep woonden. Er werd hevig gevochten tussen de Canadezen en de Duitsers. Volgens Mattie de Vries vloog de kalk van de muren.

Bij terugkomst op de Grote Markt bleek het huis van de familie De Vries verwoest. Vijftig jaar later, tijdens een herdenking van de bevrijding van de stad Groningen, had Mattie de Vries een emotionele ontmoeting: ze kwam oog in oog te staan met de Canadese soldaat, die haar huis kapotgeschoten had.