Groningen telt veel meer oorlogsslachtoffers dan officieel erkend. Dat zegt dichter en onderzoeker Bart FM Droog uit Eenrum.

Volgens de Nederlandse overheid ben je alleen oorlogsslachtoffer als je tussen mei 1940 en mei 1945 sneuvelde als soldaat, als verzetsstrijder of als vervolgde Jood.

Maar in de mobilisatie periode voorafgaand aan de Duitse inval, grofweg de periode tussen september 1939 en mei 1940, kwamen er 431 mensen in Nederland om het leven ten gevolge van de oorlog.

In Groningen alleen al kwamen er bij twee grote explosies tenminste acht soldaten en burgers om het leven. En die zijn dus nooit erkend als oorlogsslachtoffer.

'Zuinigheid'

'Na de oorlog werd de Nederlandse staat geconfronteerd met tienduizenden oorlogsslachtoffers en heeft toen besloten, vermoedelijk uit zuinigheid, omdat ze de grafkosten opzich moest nemen, om slechts een beperkte groep mensen als oorlogsslachtoffer te bestempelen', aldus Bart FM Droog.

(foto: Website Delpher/RTV Noord)

 Brug bij Bellingwolde

Op tien november 1939 bijvoorbeeld kwamen twee mannen om het leven bij een explosie. Een brug over het verbindingskanaal in Bellingwolde is met oog op de Duitse inval voorzien van een mijn. En soldaat Ekke van der Net heeft de opdracht om niemand er over te laten.

Maar hij zwicht voor kruidenier Klaas Mulder uit Sellingen die met zijn bakfiets over de brug wil, omdat hij anders 15 kilometer om moet fietsen. De mijn gaat af en soldaat en kruidenier zijn op slag dood.

Flinke aantallen

Droog onderzocht de eerste acht maanden van de Tweede Wereldoorlog. De periode tussen de Duitse inval in Polen in september 1939 en de Duitse inval in Nederland in mei 1940.

'Dan ontdek je een vrij kleine groep van 431 vergeten slachtoffers, maar de echt grote aantallen zitten natuurlijk later in de oorlog met de bombardementen op Rotterdam, de Hongerwinter en de gevechten tijdens de bevrijding van Nederland. Alleen in de Stad Groningen kwamen daarbij 106 burgers om het leven. Ook die zijn volgens de Nederlandse Staat geen oorlogsslachtoffer.'

En het gaat soms om flinke aantallen mensen. Op 14 januari 1940 bijvoorbeeld. Toen kwamen er in Nieuweschans zes soldaten om het leven door een ongeluk met springstof.

(foto: Website Delpher/RTV Noord)

Een van hen is Soldaat Hendrik Jan Visser uit Zaandam. Er is nog een foto van zijn begrafenis. Droog: 'Als Visser zou zijn gevallen in de meidagen van 1940, dan had hij een graf op de ere-begraafplaats in Loenen gekregen of een steen op de begraafplaats in Zaandam.'

Verdwijnen geschiedenis

'Maar omdat hij voor de oorlog om het leven kwam is hij volgens de Staat geen oorlogsslachtoffer. Hun graven zijn geen oorlogsmonument en worden dus gewoon geruimd en zo verdwijnt er een heel stuk geschiedenis, die juist laat zien hoe verschrikkelijk die oorlog was', aldus Droog.

'Ik denk dat al deze mensen alsnog erkend moeten worden als oorlogsslachtoffer', zegt Droog. 'Want ik vind dat zoals het nu gaat je als overheid niet verkopen naar je burgers toe.'