Hij was de laatste Nederlandse jachtvlieger die in de meidagen van 1940 meestreed tegen de Luftwaffe. Jan Linzel (1915 - 2019) uit Stadskanaal was tevens de oudste Nederlandse Luchtmachtveteraan. 

Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak was Linzel geplaatst bij één van de Jachtvliegtuigafdelingen die waren uitgerust met Fokker D-21-jachtvliegtuigen. Op 10 mei 1940 bevond hij zich als reserve sergeant-vlieger op vliegveld Ypenburg, dat in alle vroegte ten prooi viel aan een grootscheepse Duitse luchtaanval met bombardementen en luchtlandingen.

Gewond

Tijdens de aanval raakte Linzel gewond en werd hij opgenomen in het ziekenhuis. Na de capitulatie vluchtte hij naar Engeland, waar hij zijn vliegerloopbaan hervatte bij de Royal Air Force. De man uit Stadskanaal maakte op de Spitfire en de Hawker Tempest meer dan 150 gevechtsvluchten.

Voor zijn inzet tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de oud-vlieger diverse keren onderscheiden. Naast vier Britse onderscheidingen ontving hij ook het Nederlandse Oorlogsherinneringskruis met twee gespen en twee dapperheidsonderscheidingen voor zijn moedige optreden: het Kruis van Verdienste en het Vliegerkruis.

Cornfield Range

Aan het einde van de oorlog werd Linzel overgeplaatst naar het Nederlandse 322 Squadron. Vanaf het voorjaar van 1948 werkte hij bij de Jachtvliegschool op de Vliegbasis Twenthe en vloog daarna als vlucht-commandant Gloster Meteor-straaljagers bij het 323 Squadron op de Vliegbasis Leeuwarden.

Vanaf begin jaren '50 was hij als vuurleidingsofficier geplaatst op de schietrange Vliehors, Cornfield Range op Vlieland. 

Ierland

Majoor-vlieger Linzel bleef tot zijn eervolle ontslag in 1973 vuurleider op de schietrange, waar hij onder Nederlandse en NAVO-vliegers bekendheid genoot onder de bijnaam 'King of Vlieland'.

In 1978 verruilde hij het Waddeneiland voor Zuid-Ierland, waar hij zich met zijn gezin vestigde in Glengarriff (Ierland). Hier overleed hij op 5 mei 2019.  Hij werd 103 jaar oud.