×

Fout

Youtube module: Couldn't get data because API incorrect or empty resource. Please check again module setting.
  • Wat gebeurde er in 1939?
    Information
    31 december 1938
    Wat gebeurde er in 1939?
    Geef eventueel korte omschrijving van deze coverpagina over 1939
    ...
  • Wat gebeurde er in 1940?
    Information
    31 december 1939
    Wat gebeurde er in 1940?
    Geef eventueel korte omschrijving van deze coverpagina over 1940
    ...
  • Wat gebeurde er in 1941?
    Information
    01 januari 1941
    Wat gebeurde er in 1941?
    Geef eventueel korte omschrijving van deze coverpagina over 1941
    ...
  • Wat gebeurde er in 1942?
    Information
    01 januari 1942
    Wat gebeurde er in 1942?
    Geef eventueel korte omschrijving van deze coverpagina over 1942
    ...
  • Wat gebeurde er in 1943?
    Information
    01 januari 1943
    Wat gebeurde er in 1943?
    Geef eventueel korte omschrijving van deze coverpagina over 1943
    ...
  • Wat gebeurde er in 1944?
    Information
    01 januari 1944
    Wat gebeurde er in 1944?
    Geef eventueel korte omschrijving van deze coverpagina over 1944
    ...
  • Wat gebeurde er in 1945?
    Information
    01 januari 1945
    Wat gebeurde er in 1945?
    Geef eventueel korte omschrijving van deze coverpagina over 1945
    ...

Doofpotaffaire: Groninger kapitein liet 400 Duitsers verdrinken

Het is één van de grote doofpotten uit de Nederlandse geschiedenis. Kapitein Herman Hoeksema uit Usquert liet, nadat zijn schip was getorpedeerd, Duitse gevangenen moedwillig aan hun lot over terwijl hij zelf met zijn bemanning in de reddingsboten stapte. Van Imhoff Hoeksema was tijdens de Tweede Wereldoorlog kapitein op het schip de 'Van Imhoff'. Een stoomboot van de Koninklijke Pakketvaart Maatschappij die vracht en passagiers vervoerde tussen de eilanden van Nederlands-Indië. Veiligheidsrisico Toen in mei 1940 de Duitsers Nederland binnenvielen, werden in Nederlands-Indië alle personen van Duitse afkomst geïnterneerd. Ze werden opgesloten in kampen. Toen eind 1941 de oorlog in Azië uitbrak en de Japanners oprukten, werden de Duitsers als een nog groter veiligheidsriscio gezien. Ze zouden kunnen gaan spioneren voor Japan. Daarom werd besloten de gevangenen over te brengen naar Brits-Indië. Het lot De eerste twee schepen met geïnterneerden kwamen daar veilig aan, maar de van Imhoff werd op 18 januari 1942 voor de kust van Sumatra getorpedeerd. Aan boord bevonden zich naar schatting 477 Duitse krijgsgevangenen en dwangarbeiders, 62 bewakers en 48 bemanningsleden. De Nederlandse bemanningsleden wisten met de reddingsboten het schip te verlaten, maar lieten de Duitsers aan hun lot over. Slechts 65 Duitsers overleefden de ramp, ruim 400 man verdronken. Onder de slachtoffers bevonden zich opmerkelijk veel Duitse Joden en tegenstanders van de Nazi's die hun vaderland waren ontvlucht en toevlucht hadden gezocht in Nederlands-Indië. Tekst gaat verder na onderstaande afbeelding. De doofpot Al vrij snel werd duidelijk dat het handelen van de Usquerter kapitein Herman Hoeksema niet door de beugel kon, maar de Nederlandse autoriteiten kozen ervoor om het verhaal in de doofpot te stoppen. Ze wilden de Duitsers tijdens de oorlog niet in de kaart te spelen. Dat lukte overigens niet helemaal. Duitse kranten, en ook het Nieuwsblad van het Noorden, berichtten over de…

Frank Robertson; wie redde de vlieger uit bezet gebied?

Op 20 februari 1944 stortte een Britse Lancaster bommenwerper neer bij Kropswolde. Vijf bemanningsleden kwamen om het leven, maar twee mannen kwamen met een parachute ergens in Noord-Drenthe aan de grond. Eind februari 2019 was Keith Robertson, zoon van één van de overlevende vliegers, in Groningen op zoek naar de boer die zijn vader hielp ontsnappen aan de Duitsers, toen hij met zijn parachute aan de grond was gekomen. Zijn vader, sergeant Frank Robertson, is inmiddels overleden en heeft altijd weinig verteld over zijn oorlogsbelevenissen. Hij zou geholpen zijn door een boer bij Tynaarlo. Veel details van het verhaal zijn inmiddels opgelost door Douwe Drijver van de stichting Missing Airmen Memorial Foundation in Leeuwarden. Hij las het verhaal op de website van RTV Noord en ging op onderzoek uit. 'Groningen is eigenlijk niet mijn gebied, maar ik weet ondertussen wel de weg in de archieven', aldus Drijver. 'Van alle piloten die terugkwamen in Engeland, nadat ze waren neergeschoten en ontsnapt, werd een zogeheten 'Evasion report' gemaakt. Een verslag waarin stond wat ze hadden meegemaakt en waar ze waren geweest. Dat rapport ligt in de Britse archieven. Een Engelse vriend van mij heeft het inmiddels opgezocht en gefotografeerd', vertelt hij. Het verhaal van Frank Robertson In het rapport is te lezen dat sergeant Robertson in de nacht van 20 februari uit het toestel sprong, kort voordat het in de lucht explodeerde. Hij kwam met zijn parachute in een aantal telefoondraden langs de spoorlijn bij Assen terecht, maar wist zichzelf te bevrijden. Twee etmalen heeft hij zich overdag verstopt, terwijl hij s' nachts in zuidelijke richting liep. Robertson heeft inderdaad van hulp van een boer gekregen, maar dat moet dichter bij Assen dan bij Tynaarlo zijn geweest. Vervolgens heeft een politieagent hem naar Hoogeveen gebracht en vanaf die plek is hij op…

Joods echtpaar tweeënhalf jaar verstopt in kelder Muntendam

Twee en een half jaar lang zaten Comprecht en Rosa Eckstein verstopt in een kelder in Muntendam. Ze leefden, sliepen, kookten in een ruimte van amper vijftien vierkante meter. Je kunt het je vandaag de dag niet voorstellen dat je dat volhoudt. Maar ze hadden geen keuze. Het was oorlog en alle andere Joodse inwoners van Muntendam waren door de Duitsers weggevoerd. Onder de bouwmarkt De kelder bevindt zich onder een bouwmarkt aan de Nieuweweg. De Stichting Archief Muntendam heeft de kelder opgeknapt en aan de hand van oude foto's weer ingericht zoals die tijdens de oorlog was. Voor de onderduikers en hun helpers staat een monument voor het gebouw. Redding Comprecht Eckstein was onderwijzer van de lagere school in Tripscompagnie. Bij toeval kwam hij in 1942 gesprek met Hendrik Kroeze, die een bouwmaterialenhandel had in Muntendam. Kroeze had een vooruitziende blik en had een kelder onder zijn bedrijf al ingericht als onderduikplek. 'Als je een plek nodig hebt, kun je bij ons terecht, vertelde hij aan Eckstein. Een week later zaten ze er al en dat is hun redding geweest', zegt Jan Hut van de Stichting Archief Muntendam. Het echtpaar ging vanaf 3 oktober in de kelder wonen. Rosa Eckstein in de kelder (Foto: Stichting Archief Muntendam) Gaatje in het plafond Het gebouw boven de kelder werd in de jaren zeventig door brand verwoest en het was dan ook een grote verrassing dat de kelder nog grotendeels intact bleek te zijn. 'Er is na de brand een betonnen plafond ingekomen maar daar hebben we een gaatje ingeboord en een buisje in aangebracht', vertelt Henk Kalk. 'Dat zat er tijdens de oorlog ook. Want in de ruimte boven de kelder zat de boekhouder en die zat ook in het complot. Als er iemand binnen kwam gooide hij een steentje door…

Duitsers verdedigden stad Groningen fanatiek

De Tweede Wereldoorlog liep bijna ten einde en het Duitse rijk stond op instorten. Toch werd er om de stad Groningen in april 1945 nog vier dagen zwaar gevochten. Dit kwam doordat de Duitsers de stad fanatiek verdedigden. Bevrijding van Groningen Op vrijdag 13 april 1945 zetten de Canadezen de aanval op de stad Groningen in. De strijd duurde vier dagen. De Duitse garnizoenscommandant tekende op maandag 16 april de overgave. Tijdens de strijd sneuvelden 43 Canadese soldaten en kwamen 110 burgers om het leven. De Duitsers verloren naar schatting 130 soldaten, onder wie SS'ers, SD'ers, spoorwegpersoneel, Hitlerjugend en NSB'ers. Een groot deel van het centrum werd verwoest, maar de Martinitoren bleef door een wonder gespaard.Er is momenteel weinig bekend over de Duitse verdediging. Er zijn verschillende vragen die onbeantwoord zijn gebleven. Waarom hebben de Duitsers aan het eind van de oorlog de stad Groningen zo fanatiek verdedigd in de wetenschap dat de oorlog bijna teneinde was? Ook is het niet bekend wie de leiding had over de Duitse militairen tijdens de bevrijding. Nieuw licht op de bevrijding In 2018 vond Joël Stoppels van Battlefield Tours ongepubliceerde of onopgemerkt gebleven documenten in de archieven van Canada, die meermalen een antwoord gaven op vragen die voorheen onbeantwoord bleven. Voorheen werd aangenomen dat Groningen door het fanatisme van de Duitse Garnizoenscommandant zo zwaar werd verdedigd. Maar dat werd door de ontdekte documenten ontkracht. In een Canadees document staat te lezen dat de Duitse commandant persoonlijk opdracht had gekregen van de Generaal Johannes Albrecht Blaskowitz voor de fanatieke verdediging van de stad Groningen. Johannes Albrecht Blaskowitz Johannes Albrecht Blaskowitz was de bevelhebber van Festung Holland en was de Duitse generaal die op 6 mei 1945 een uitwerkingsovereenkomst van de capitulatie van Duitse troepen in Nederland tekende. Hiermee kwam in Nederland een einde aan…

De Damster vrijheid van Rudolph Pabus Cleveringa

26 november 1940. De Tweede Wereldoorlog is een half jaar onderweg. De Duitsers dwingen de Universiteit van Leiden alle Joodse medewerkers te ontslaan. De in Appingedam geboren hoogleraar Rudolph Cleveringa protesteert daartegen met een vlammende speech. Zijn studenten roepen een staking uit. Cleveringa wordt door de Duitsers in Scheveningen in de cel gegooid. Documentaire Over de Damster afkomst van Rudolph Cleveringa is een korte documentaire gemaakt: 'De Damster Vrijheid van Rudolph Pabus Cleveringa'. Deze documentaire ging op 4 mei 2018 in première in de synagoge van Appingedam. Dezelfde burgerlijke- en burgerschapsrechten 'In overeenstemming met de Nederlandse traditie stelt de grondwet iedere Nederlander onafhankelijk van zijn godsdienst in het genot van dezelfde burgerlijke en burgerschapsrechten.' Het is volgens Anja Reenders, een van de makers van de documentaire, de belangrijkste zin uit de speech van Rudolph Cleveringa. 'Hij gaf daarmee aan dat hij het oneens was met het ontslag van zijn Joodse collega's.' Hij had zijn koffer klaargezet 'Cleveringa wist dat hij door de speech in gevaar zou komen,' vertelt Reenders. 'Hij had zijn koffer met kleren al klaar gezet maar hij vond toch dat hij op moest komen voor zijn collega's.' Na de speech belegden zijn studenten een staking. De universiteit werd gesloten en Cleveringa werd opgepakt en opgesloten in de gevangenis van Scheveningen.Cleveringa zat acht maanden vast. Na zijn vrijlating bleef hij een rol spelen in het verzet. Aan het eind van de oorlog werd hij opnieuw opgepakt en afgevoerd naar Kamp Vught. Na de oorlog zette de Damster zijn werk aan de Universiteit van Leiden voort. Medal of Freedom Internationaal maakte Cleveringa veel indruk. Van de Amerikanen kreeg hij in 1953 de Medal of Freedom voor zijn verzetswerk en op veel Universiteiten over de wereld wordt op 26 november, de dag dat hij zijn protestspeech hield, stilgestaan bij Cleveringa…

Ubbo Ariëns Kappers: van schedelmeter tot Jodenredder

De geboren en getogen Groninger Ubbo Ariëns Kappers redde tijdens de Tweede Wereldoorlog als onderzoeker en 'schedelmeter' het leven van meer dan driehonderd Joden. Kappers werd in 1877 geboren in de stad Groningen en groeide op in Sappemeer als zoon van een onderwijzer. In 1896 trok hij naar Amsterdam om geneeskunde te studeren. Hij werd uiteindelijk geen arts, maar onderzoeker en de eerste directeur van het Instituut voor Hersenonderzoek. Schedelmeting In dat instituut hield Ariëns Kappers zich onder meer bezig met schedelmetingen. Destijds werd gedacht dat je aan de hand van de maat van een schedel uitspraken kon doen over de persoon en zijn eigenschappen. Tegenwoordig geldt dit als een ultieme vorm van racisme, maar toen was het een serieuze wetenschap. Onderzoek In 1934 publiceerde Ariëns Kappers een onderzoek waarin hij betoogde dat de Joden van Portugese afkomst, de zogenaamde Sefardische Joden, een ander schedelvorm hadden dan Joden van Oost-Europese afkomst. Aanzien bij de nazi's De nazi's waren overtuigd van de juistheid van schedelonderzoek en hadden een hoge pet op van Ariëns Kappers. Die gebruikte zijn aanzien tijdens de oorlog om de nazi's er van te overtuigen dat sommige Joden eigenlijk geen Joden waren. Zo redde hij het leven van ongeveer driehonderd Joden. In 2018 kreeg Ariëns Kappers postuum de Yad Vashem-onderscheiding, een Israëlische onderscheiding die wordt uitgereikt aan mensen die tijdens de oorlog Joden hebben gered, uitgereikt.

Louis en Ewald, vertrokken maar nooit teruggekeerd

'Ik zie die rottrein nog rijden, iedere dinsdag rond half twee stonden we bij de spoorwegovergang te wachten en dan kwam die trein uit Westerbork weer langs.' Piet Horst uit Haren mag dan inmiddels 85 jaar zijn, maar het beeld van twee van zijn schoolkameraadjes die in Auschwitz zijn vergast, staat hem nog altijd bij. In de Tuindorpschool in Haren werd, mede op zijn initiatief, een plaquette onthuld ter nagedachtenis aan Louis en Ewald Wolff. De twee Joodse kinderen die in 1942 werden gedeporteerd en nooit terugkeerden. Doodgewone kinderen 'Ze kwamen in 1937 bij ons op school en waren toen 6 en 8 jaar oud.' Piet Horst weet het nog als de dag van gisteren. 'Heel gewone jongens. Ze waren met hun familie uit Aurich in Ostfriesland gevlucht voor het opkomende Nazisme en streken neer in Haren. Ze kwamen op de Waterhuizerweg nummer 26 te wonen en kwamen bij ons op de Tuindorpschool, schuin aan de overkant. Het ging eigenlijk allemaal heel erg vanzelf.' De voormalige Tuindorpschool in Haren. (Foto: Reinder Smith/RTV Noord) Maar dat veranderde in 1941, toen kwamen er bordjes 'Verboden voor Joden' bij de school te staan en moesten Louis en Ewald van school. Ze kwamen in de pauze nog vaak bij het hek en dan spraken we met ze. In november 1942 vertelden ze dat ze op reis gingen. Ze wisten niet waarheen. Lopend naar de Stad Hun vader en ooms waren tegen die tijd al in Kamp Westerbork. Omdat Joden niet mochten werken, raakten ze werkloos en kwamen in kampen terecht die onderdeel waren van de vooroorlogse werkverschaffing, zoals het kamp bij Sellingerbeetse. Begin oktober 1942 brachten de Duitsers al die Joodse mannen over naar Westerbork en riepen kort daarna hun vrouwen en kinderen op om zich te melden. Zo hadden de Duitsers in één…

Dominee Jan Ader uit Nieuw-Beerta geëxecuteerd in Veenendaal

Op 20 november 1944 werd in Veenendaal een groep verzetsstrijders gefusilleerd. Eén van hen was dominee Bastiaan Jan Ader. Ader was vanaf 1938 dominee in Nieuw-Beerta. Tijdens de oorlog werd zijn pastorie een centrum voor hulp aan Joden, onderduikers en piloten. Ader en zijn vrouw Johanna Adriana Ader-Appels namen acht onderduikers in huis en verzorgden voor vele honderden anderen een onderduikadres. Reddingsplan Ader was betrokken bij het redden van Joden uit de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam en hij was de spil achter een plan om de Joden in Kamp Westerbork te ontzetten. Zijn arrestatie op 22 juli 1944 verhinderde de uitvoering van het plan. Aanslag In het najaar van 1944 vond in Veenendaal een aanslag door het verzet plaats op een Duitse officier, die ernstig gewond raakte. Het lukte de Duitsers niet om de daders op te sporen en als represaille schoten ze zes verzetsstrijders die al in de gevangenis zaten dood op de plek van de aanslag. Ader was een van de slachtoffers. Monument Sinds 1948 staat op deze plek een monument in de vorm van een houten kruis. Sinds een aantal jaren is het monument geadopteerd door het Ichtus-College uit Veenendaal, dat jaarlijks een herdenking organiseert.

Casper Naber springt uit zolderraam Scholtenhuis

In alle vroegte springt Casper Naber uit een zolderraam van het Scholtenhuis. De val betekent het einde van zijn leven. Casper Naber (Groningen, 1906-1944) was bij het uitbreken van de oorlog eigenaar van een gereedschapswinkel in de Gelkingestraat. Eind 1943 raakte hij betrokken bij het verzet en kwam er een geheime zender in zijn huis te staan. Onder de naam Clou (Frans voor 'spijker') werd informatie doorgespeeld naar de geallieerden. Ook hielp hij Joden onderduiken. Casper Naber (bron: familiefoto) Scholtenhuis Op 10 november 1944 werd Naber, na verraad, gearresteerd en opgesloten in het beruchte Scholtenhuis aan de Grote Markt. Dat gebouw was het woonhuis van de aardappelmeelfabrikanten-familie Scholten. Aan het begin van de oorlog werd het gevorderd voor het Duitse hoofdkantoor in de noordelijke provincies. De Duitse SicherheitsDienst (SD) vestigde zich er. Zwaar mishandeld In die statige stadsvilla aan de oostkant van de Grote Markt werden arrestanten zwaar mishandeld. Wie gearresteerd werd en in het Scholtenhuis terecht kwam, werd geslagen en geschopt, bewerkt met gummiknuppels of ondergedompeld in een badkuip tot verdrinkens aan toe. Na Dolle Dinsdag, op 5 september 1944, werd de sfeer er helemaal grimmig. Op die dag gonsde het bericht dat Nederland 'elk moment kon worden bevrijd van de Duitse bezetting'. Nationaalsocialistische politieagenten uit het hele land vluchtten naar Duitsland, maar bleven in Groningen hangen. Op slag dood Naber had één verhoor gehad. Hij was bang om door te slaan en daarbij andere verzetsstrijders te verraden. In alle vroegte sprong hij daarom uit het raam van de zolder waarin hij was opgesloten. Hij was door de val op slag dood. Ouder dan 38 werd hij niet. Hij liet een vrouw en drie jonge kinderen achter. 'Bij zoiets wordt men stil' 'Zijn geweldige en radicale offerzin en offermoed deed hem 't grootste offer, dat van het leven brengen',…

Oud-bewoonster Grote Markt: de kalk vloog van de muren

Tijdens de bevrijding werd de Grote Markt in Groningen grotendeels verwoest. Mattie de Vries woonde destijds, als kind, op de Grote Markt.

Subcategorieën

Cookie instellingen